Artikel van de Maand - juli 2011

Alle lijnen op een rij (5)


Slotopmerkingen

In voorgaande reeks artikeltjes over "Alle lijnen op een rij" zijn de mij bekende lijnen op vlakke zonnewijzers weergegeven.
Toch kan dit arbitrair zijn.
Ik noem b.v. nog lijnen voor de:

  • Franse revolutionaire uren
  • Enzian uren
  • Italiaanse uren die een half uur na zonsondergang beginnen
  • Datumlijnen voor dagen met geheel aantal uren
  • Qibla, enzovoorts.

Maar dit zijn in feite afgeleiden van al behandelde lijnen.
Zo geven de lijnen voor de Franse revolutionaire uren de zonnetijd aan voor een etmaal van 10 uren.
En de lijn voor de qibla is een azimutlijn.

Toch wil ik hier nog apart de lijnen voor de Neurenberger uren aangeven.
Op de zonnewijzer aan de Lorenzkerk in Neurenberg zijn deze uurlijnen te zien. Het zijn de rijen met korte uurstreepjes.


Bron van de foto: Archief "Fachkreis Sonnenuhren in der Deutschen Gesellschaft für Chronometrie".
Fotograaf: Peter Jacobs.

Op de zonnewijzer zijn twee datumlijnen voor de solstitia aanwezig.
In Neurenberg, met een NB = 49°, is de lichte dag in de winter dan 8 uur en in de zomer 16 uur lang.
Tussen de twee solstitiumlijnen zijn nog acht andere datumlijnen te zien, zodat er negen periodes ontstaan.
Alle 10 datumlijnen samen zijn in figuur 1 te zien. De daarbij behorende daglengtes zijn in figuur 2 in rood aangegeven.


Figuur 1. Bron: catalogus "Sonnenuhren Deutschland und Schweiz, 1994".



Figuur 2


In figuur 2 is in blauw ook de equinoxlijn aangegeven. De daglengte is dan 12 uur; een geheel aantal uren.
En tussen de andere acht datumlijnen zijn ook datumlijnen te denken met een daglengte in een geheel aantal uren.
In de figuur zijn nu alle lijnen met hun daglengte in blauw aangegeven.
Deze totale reeks luidt dan: 8, 9, 10, ..., 16 uur.

Bij de korte uurstreepjes staan uurcijfers van 1 tot en met 10.
Verbinden we de afzonderlijke reeksen dan ontstaan lijnen zoals in figuur 3 is te zien.
Het patroon dat dan ontstaat is identiek aan dat van de Babylonische uren.
In Neurenberg werden de uren overdag geteld in Babylonische uren, te beginnen bij zonsopgang.
(Bij zonsondergang begint de telling opnieuw bij 0 en de nachturen werden geteld als Italiaanse uren.)


Figuur 3


Maar waarom zijn deze uurlijnen niet als gewone Babylonische uurlijnen getekend maar in stukjes geknipt?
Er is het idee opgevat om het jaar in een aantal periodes op te delen en gedurende zo'n periode het aantal uren constant te houden.
Dat aantal is gebaseerd op dagen met een heel aantal uren tussen zonsopkomst en zonsondergang.
In Neurenberg zijn dat 9 periodes per half jaar en dus 18 periodes per jaar.

De grenslijnen van zo'n periode zijn de dagen met een daglengte die een half uur groter of kleiner is.
(Behalve de twee uiterste periodes. De twee solstitiumlijnen worden ook als grenslijn gebruikt).

Voorbeeld:
Periode voor daglengte = 14 uur
Grenzen voor die periode zijn dan de dagen met daglengte van 13,5 en 14,5 uur.
Deze 13,5 resp. 14,5 uur worden op de zonnewijzer toch als 14 uren opgevat en de datumlijnen worden in 14 delen verdeeld.
Per periode worden dan de uurlijntjes getekend en dat levert de verspringingen in de uurlijnen op.

Het betekent ook dat de uurlengte van de uren niet meer constant is aan 1/24 deel van de lengte van een etmaal.
Voor de daguren is de afwijking voor de periode met daglengte = 14 uur ongeveer 3,5 % = 2,1 minuut.
De maximale afwijking is tijdens de periode met daglengte = 8 uur en bedraagt circa 6,25 % = 3,75 minuut.

Een vraag is nog of dit tijdsysteem in het dagelijks leven ook is toegepast.
Of werd daarvoor op de zonnewijzer toch de zonnetijd afgelezen?
Op de zonnewijzer zijn namelijk ook de uurlijnen voor zonnetijd aangegeven.


Hiermee eindigt de reeks "Alle lijnen op een rij", maar ik zou graag horen of er bij de lezers nog andere soorten lijnen bekend zijn.


Fer de Vries