Artikel van de Maand - december 2007

Planetenuren


Aan de voorgevel van de Ratsapotheke in Görlitz, Duitsland, zitten twee uitgebreide zonnewijzers waarvan we er hier een laten zien.
Met rood zijn de antieke of ongelijke uren geaccentueerd.
Tussen deze uurlijnen zijn de planetensymbolen aangegeven en daarom worden deze uren ook vaak als planetenuren aangeduid, zowel in de oude als in de hedendaagse literatuur over de gnomonica.


In 1925 maakt Joseph Drecker, Duitsland, in zijn boek Die Theorie der Sonnenuhren, de opmerking dat dit niet juist is.
Planetenuren zouden gebaseerd moeten zijn op de ecliptica, terwijl de antieke uren gebaseerd zijn op de dagboog.

Drecker verwijst in een voetnoot naar Sacrobosco, rond 1230, en Sacrobosco schrijft:

Hora naturalis est spatium temporis in quo medietas signi peroritur.
(Het natuurlijke uur is de tijd waarin een half teken opkomt.)

Door de scheve stand van de ecliptica komt een half teken (= 15 graden) soms snel boven de horizon en soms langzaam.
De opkomst van een half teken zal dan ook in lengte variëren en dat betekent dat dit tijdsysteem onregelmatige uren zal vertonen.

Elke dag, van zonsopkomst tot zonsondergang, zijn er 12 uren, evenals dat ook bij de antieke uren het geval is. Er staan namelijk steeds zes van de twaalf tekens boven de horizon.
Per dag verschilt echter de lengte van de uren.

Met behulp van een astrolabium is dit alles goed zichtbaar te maken.


Maar het kan ook met berekening en met een computer is dit slechts kinderspel.
Het uurlijnenpatroon voor een horizontale puntzonnewijzer voor 52 graden noorderbreedte komt er dan als volgt uit te zien.


Omwille van de duidelijkheid is het uurlijnenpatroon hieronder nogmaals getekend maar nu voor de lengende en kortende dagen gescheiden.
Let op het grote verschil in de lengte van de uren per dag


Boven: lengende dagen, onder: kortende dagen

Opmerking:
In de oude literatuur komt de term hora naturalis meerdere malen voor, maar de uitwerking ervan is niet altijd correct.

In het boek Sphaerae Mundi van Oronce Finé, 1555, staan echter tabellen die goede waarden voor de lengte van deze uren weergeven.

Maurolycus, 16e eeuw, is een andere bron die de term horas planetae gebruikt, en daarbij wordt opgemerkt dat Sacrobosco het over hora naturalis heeft.

Het hier beschreven tijdsysteem is dus wel degelijk onderwerp in de literatuur geweest, maar de term planetenuren komt maar sporadisch voor.


Fer de Vries
 Met dank aan Mario Arnaldi, Italië, voor enkele bronnen.