^ naar boven
Zonnetijd en kloktijd
volgende >

1. De tijdsvereffening

Een zonnedag is de tijd tussen twee achtereenvolgende keren dat de zon precies in het zuiden staat. Dat duurt gemiddeld precies 24 uur. Maar de zonnedag blijkt niet altijd even lang te zijn. Als deze vergeleken wordt met een nauwkeurig lopende klok, duurt de zonnedag soms iets langer dan 24 uur en soms iets korter.

Als de zonnedag gedurende een periode wat langer is dan gemiddeld, loopt de zonnewijzer elke dag wat verder achter bij een nauwkeurig lopende klok. Als de zonnedag daarna even lang wordt (dus 24 uur), blijft het opgebouwde tijdsverschil bestaan. Pas als de zonnedag vervolgens korter wordt dan de klokdag, wordt het verschil elke dag wat kleiner en kan zelfs overgaan in het tegendeel, waarbij de zonnewijzer gaat voorlopen op de klok.

Het is niet zo praktisch om met dagen van verschillende lengte te werken. Daarom heeft men een 'middelbare zon' bedacht, die wél telkens na 24 uur weer precies in het zuiden staat. De tijd die die hypothetische zon op de zonnewijzer zou wijzen noemt men de middelbare plaatselijke tijd. Het verschil met de zonnetijd is de tijdsvereffening. *)

De waarde van de tijdsvereffening op een bepaalde datum is te vinden in onderstaande grafiek. Hij is ook in de tabel te vinden die op de download-pagina beschikbaar is. De waarden kunnen van jaar tot jaar wat verschillen, tot maximaal een halve minuut, afhankelijk van de plaats van het jaar in de cyclus van schrikkeljaren.

Opm.: In bovenstaande grafiek is "zon voor" positief genoemd en "zon achter" negatief. Sommige bronnen gebruiken de omgekeerde definitie. Dat is geen probleem, maar het is in de praktijk wel belangrijk om op te letten welke definitie er gebruikt wordt.

De tijdsvereffening is viermaal per jaar nul; rond 15 april, 13 juni, 1 september en 25 december. Die data zijn niet speciaal gekozen; ze volgen eenvoudig uit het feit dat de zonnedag gemiddeld precies 24 uur duurt: het nulniveau in de grafiek is de gemiddelde waarde van de tijdsvereffening over een jaar.

Van eind maart tot half september is de tijdsvereffening nooit meer dan 6 minuten. Op veel zonnewijzers is zo'n tijdsverschil nauwelijks af te lezen. Aangezien zonnewijzers vooral 's zomers aandacht krijgen, is het doorgaans geen groot probleem om de tijdsvereffening eenvoudigweg te verwaarlozen.


Merkbare gevolgen

Begin november loopt de zon ruim een kwartier voor op de 'middelbare zon', half februari bijna een kwartier achter. Tussen eind november en eind januari 'verliest' de zon ca. een halve minuut per dag op de klok.

Dat is de reden dat op het noordelijk halfrond de vroegste zonsondergang niet op 21 december is, maar enkele dagen eerder, in Nederland op 13 december. Het verschil is 2 á 3 minuten. Evenzo is de laatste zonsopkomst enkele dagen later dan op 21 december, hier op 30 december.

Het is ook de reden dat het lengen van de dagen in januari vooral 's avonds merkbaar is. Half januari gaat de zon in Nederland al bijna een half uur later onder, maar slechts enkele minuten eerder op, dan op de kortste dag.

___________________________
*) De schrijfwijzen tijdsvereffening en tijdvereffening worden in deze website door elkaar gebruikt.

^ naar boven volgende >